Butterflies - Vlinders
Dikkopjes - Hesperiidae
Dikkopjes (Hesperiidae) zijn een vlinderfamilie uit de orde van de vlinders (Lepidoptera). De indeling van de taxonomie staat niet geheel vast. Soms worden ze als de enige familie in de superfamilie Hesperioidea gezien, soms als één van de families in de superfamilie Papilionoidea. Er bestaan over de hele wereld ongeveer 4000 soorten dikkopjes, waarvan de meeste in Zuid-Amerika voorkomen, de bakermat van het dikkopje; in Europa zijn maar ongeveer 40 soorten van deze vlinderfamilie waargenomen. In België komen 15 soorten voor.
Grote Page - Papilionidae
De pages (Papilionidae) zijn een familie van vlinders. Het zijn meestal grote kleurrijke vlinders die gesierd zijn met staarten aan de vleugels. De familie is op alle continenten, uitgezonderd Antarctica, vertegenwoordigd maar de meeste soorten komen uit tropische gebieden. De familie telt ongeveer 570 soorten. In Europa komen slecht weinig soorten van deze familie voor
De grote pages worden in drie onderfamilies verdeeld.
De grote pages worden in drie onderfamilies verdeeld.
- Baroniinae (1 soort)
- Parnassiinae (67 soorten)
- Papilioninae (480 soorten)
Witjes - Pieridae
Witjes zijn over de hele wereld verspreid. Wereldwijd zijn ruim 1160 soorten bekend, in Europa vijftig en in Nederland zijn veertien soorten vastgesteld. Deze soorten zijn verdeeld in drie onderfamilies: 6 soorten echte witjes (Pierinae), 2 soorten boswitjes (Dismorphiinae) en 6 soorten luzernevlinders (Coliadinae).
Bij de meeste soorten uit de familie van de witjes is het verschil tussen het mannetje en het vrouwtje goed te zien.
Vlinders uit de familie van de witjes zijn overwegend wit of geel gekleurd en het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is vaak vrij gemakkelijk aan de tekening op de vleugels te bepalen. De vleugelschubben bevatten pterine, dat niet alleen een kleurpigment is, maar ook dient als vraatwerende stof. Witjes zijn daardoor niet erg geliefd bij vogels.
Witjes bezoeken graag bloemen en vliegen in twee of meer generaties per jaar. Sommige soorten kunnen grote afstanden afleggen en vooral het groot koolwitje wordt geregeld in grote groepen trekkend waargenomen.
Bij de meeste soorten uit de familie van de witjes is het verschil tussen het mannetje en het vrouwtje goed te zien.
Vlinders uit de familie van de witjes zijn overwegend wit of geel gekleurd en het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is vaak vrij gemakkelijk aan de tekening op de vleugels te bepalen. De vleugelschubben bevatten pterine, dat niet alleen een kleurpigment is, maar ook dient als vraatwerende stof. Witjes zijn daardoor niet erg geliefd bij vogels.
Witjes bezoeken graag bloemen en vliegen in twee of meer generaties per jaar. Sommige soorten kunnen grote afstanden afleggen en vooral het groot koolwitje wordt geregeld in grote groepen trekkend waargenomen.
Blauwtjes - Lycaenidae
De Lycaenidae zijn een familie van vlinders in de superfamilie Papilionoidea. De familie omvat de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes. Het is een omvangrijke familie waartoe bijna 40% van alle vlinders uit deze superfamilie behoort, te weten zo'n 6000 soorten.
Aurelia's - Nymphalidae
De familie van de aurelia's is de grootste dagvlinderfamilie in Nederland en België met een grote diversiteit aan soorten.
Wereldwijd zijn er bijna 6100 soorten aurelia's vastgesteld, ongeveer net zoveel als de blauwtjes. In Nederland, België is de familie met 48 en in Europa met meer dan tweehonderd soorten de grootste dagvlinderfamilie. De familie is onderverdeeld in de zandoogjes, de parelmoervlinders en de schoenlappers.
Kenmerkend voor deze familie is dat de voorste poten zijn gereduceerd tot poetspoten; bij het zitten en lopen worden alleen de achterste twee paar poten gebruikt.
Wereldwijd zijn er bijna 6100 soorten aurelia's vastgesteld, ongeveer net zoveel als de blauwtjes. In Nederland, België is de familie met 48 en in Europa met meer dan tweehonderd soorten de grootste dagvlinderfamilie. De familie is onderverdeeld in de zandoogjes, de parelmoervlinders en de schoenlappers.
Kenmerkend voor deze familie is dat de voorste poten zijn gereduceerd tot poetspoten; bij het zitten en lopen worden alleen de achterste twee paar poten gebruikt.